Ervaart u een vermindering of achteruitgang in uw gehoor of in het gehoor van uw kind? Klinken geluiden zachter of vervormd of dof? Vindt u het lastiger om gesprekken in een rumoerige omgeving te volgen? Dan kan er sprake zijn van slechthorendheid.
Slechthorendheid is er in twee vormen: geleidingsverlies en perceptieverlies.
Bij geleidingsverlies zijn er afwijkingen in het uitwendige oor of het middenoor. Daardoor wordt het geluid niet goed naar het slakkenhuis doorgegeven. Slechthorendheid die veroorzaakt wordt door geleidingsverliesĀ is vaak te behandelen met medicijnen of door een operatie. Mogelijke oorzaken van een geleidingsverlies zijn:
- verstopping van de gehoorgang door een prop oorsmeer;
- vocht achter het trommelvlies;
- oorontsteking;
- verkalking van de gehoorbeentjes.
Afwijkingen in het slakkenhuis of bij de gehoorzenuw heten perceptieverlies. Perceptieslechthorendheid is niet met medicijnen of een operatie te behandelen. In veel gevallen is een hoortoestel een goed hulpmiddel.
Slechthorendheid door perceptieverliesĀ kan verschillende oorzaken hebben, zoals:
- rode hond tijdens de zwangerschap of zwangerschapsvergiftiging;
- zuurstofgebrek of complicaties tijdens de geboorte;
- hersenvliesontsteking;
- ernstige oorontsteking;
- een tumor;
- gebruik van bepaalde medicijnen;
- een ongeluk;
- lawaaitrauma;
- erfelijke aandoeningen;
- ouderdom.